Nederlands: Voorbereiding voor de Tour de France in het Olympisch stadion te Amsterdam, met oa Jean Garnault, secretaris-generaal van de Tour en Jacques Goddet, directeur-generaal van de Tour, in hun kantoren en mecaniciens met fietsenframes. Een dag voor het begin komen Wout Wagtmans (per auto) en Louison Bobet, winnaar 1953, het stadion verkennen. De renners Jan Nolten en Gerrit Voorting worden onder het oog van dr. Tetzner medisch gecontroleerd. De volgende dag staan de Zwitserse renners Ferdi Kübler en Hugo Koblet klaar voor de ceremoniële start, alsmede de Nederlandse ploeg: Hein van Breenen, Nico van Est, Henk Faanhof, Jules Maenen, Thijs Roks, Wout Wagtmans, Jan Nolten, Gerrit Voorting en Wim van Est. Goddet staat tegen een auto geleund terwijl burgemeester D'Ailly te midden van de Belgische renners een lint doorknipt. Wim van Est gaat aan kop van de Nederlandse ploeg het stadion uit, met daar achter ploegleider Kees Pellenaars in een auto. De rit van het stadion naar de Sloterweg, de plaats van de officiële start, worden de renners door Amsterdammers toegejuicht. Via Haarlem en Noordwijk gaat het naar Den Haag. Voor Scheveningen weet Koblet korte tijd aan het peloton te ontsnappen. Via Rotterdam, waar de ploegleiders etenspakketten uitdelen, en Dordrecht gaan de renners naar de Moerdijkbrug. In Brabant weet Wout Wagtmans een voorsprong te nemen, waarna hij bij de grens gezelschap krijgt van 20 renners. In Brasschaat gaat Wagtmans als eerste over de finish, waarna hij wordt omhelsd door Pellenaars en de gele trui aantrekt.